Herkomst
De wortels van de Britse Korthaar moeten we in Groot-Brittannie rond 1900 zoeken. In die tijd begonnen welgestelde Engelsen met het showen en tentoonstellen van exotische raskatten die bijna zonder uitzondering uit Aziatische landen afkomstig waren. Veel kattenliefhebbers uit die tijd hadden niet alleen exotische katten maar ook heel gewone huiskatten. Deze katten werden door de society maar heel gewoontjes gevonden. Het type van deze huiskatten liep nogal uiteen omdat er nooit op een weloverwogen manier mee gefokt was. Bij een aantal liefhebbers ontstond de wens om ook de boerenkatten van Engelse bodem te gaan betrekken in de raskattenfokkerij, zodat deze op de shows als tegenhanger konden dienen voor de veelal fijngebouwde oosterse kortharige rassen. Een kat met de bouw van een stevig gebouwde Angora maar dan met een kortharige vacht, was het ideaalbeeld waar de fokker naar streefden. Ze selecteerden hun huiskatten op een compacte en gedrongen bouw en kruisten deze met Perzische katten om tot het gewenste type te komen. In het begin werd het ras, inmiddels Britse Korthaar genoemd, alleen in de vachtkleur blauw gefokt, aangezien deze kleur destijds als bijzonder chic werd beschouwd.

De Britse Korthaar heeft zich in korte tijd tot een populaire raskat ontwikkeld. Tot op de dag van vandaag worden er bij tijd en wijle nog steeds Perzische Langhaarkatten gebruikt om te voorkomen dat de Britse Korthaar aan type verliest. Kende men vroeger vrijwel alleen de blauwe en anderszins effen gekleurde katten of tabbykatten, tegenwoordig wordt de Britse Korthaar in vele verschillende kleuren gefokt en deze ontwikkeling lijkt nog steeds niet tot stilstand te zijn gekomen.

Karakter
Katten van dit ras staan bekend om hun gelijkmatige en aangename humeur. De meeste Britten zijn uiterst verdraagzaam en vriendelijk, en ze hebben een groot aanpassingsvermogen. De kittens zijn tot op een leeftijd van ongeveer een tot twee jaar zo speels als alle andere katten, maar daarna worden de meesten wat minder actief en laten ze hun aanwezigheid in uw huis niet zo nadrukkelijk blijken. Het ligt niet in hun aard om luidruchtig aandacht te vragen. Ze kunnen zichzelf redelijk goed bezighouden. Soms liggen ze uren ergens te slapen, maar ze houden er ook van om geknuffeld te worden en veel contact met de huisgenoten stellen ze zeker op prijs. Ondanks hun zachte karakter vinden ze niet altijd alles maar best, ze blijven hun eigen karakter behouden en als ze het ergens niet mee eens zijn zullen ze dat beslist laten merken. Katten van dit ras gaan doorgaans goed om met soortgenoten, en de omgang met honden is ook erg goed te noemen. Aangezien ze goedmoedig en stabiel zijn, kunnen de meesten het prima vinden met kinderen. Een voorwaarde hiervoor is dat ze goed gesocialiseerd zijn.

Verzorging
De Britse Korthaar heeft een goede vachtverzorging nodig. Normaal gesproken is een wekelijkse borstelbeurt met een varkensharen borstel voldoende om de vacht in goede conditie te houden. In de ruiperiode is een rubberen borsteltje een ideaal hulpmiddel om dode en losse haren eenvoudig uit de vacht te verwijderen, maar wees met het gebruik hiervan wel wat terughoudend, aangezien u hiermee ongewild de vacht kunt beschadigen. De uitwendige gehoorgang maakt u alleen maar schoon als dat nodig is, en dan met een voor katten bestemde oorcleaner die u eerst in het oor masseert en daarna oppervlakkig met een tissue verwijdert. De scherpe nagelpunten knipt u regelmatig af met een goede nageltang.

Lichaam: niet alleen door de kwaliteit van de vacht onderscheidt de Britse Korthaar zich van de gewone kortharige huiskatten, maar voornamelijk ook door lichaamsbouw, die enige overeenkomsten vertoont met de bouw van de Perzische kat. Ze behoren een brede borstkas en een korte gespierde rug te hebben, de bouw behoort in alle opzichten gedrongen te zijn. De poten zijn kort en recht, met ronde, stevige voetjes.
Kop: de kop oogt zeer massief. De kop is rond, met volle wangen en een brede schedel en staat geplaatst op een korte en dikke, gespierde nek. De brede neus is kort en recht, en de neusaanzet mag niet te geprononceerd zijn, maar moet in een lichte welving in het ronde schedelvoorhoofd overgaan. De kin is stevig en goed ontwikkeld. Volwassen katers hebben een massievere kop dan poezen en vertonen de zogenaamde katerwagen.
Ogen: groot en rond, ze kunnen verschillende kleuren hebben, afhankelijk van de vachtkleur
Oren: klein, kort en breed aan de basis, staan ver uit elkaar.
Staart: de dikke staart is kort tot gemiddeld van lengte en heeft een afgeronde punt
Vacht: de dicht ingeplante, korte vacht voelt stevig aan, is veerkrachtig en ligt door de dikte en dichtheid van de vacht niet glad aan, maar staat een beetje van het lichaam af. Sommige Britse Korthaarkatten hebben een te losse, lange of zachte vacht, deze zijn niet geschikt voor tentoonstellingen.
Kleur: de vacht van de Britse Korthaar kan erg veel verschillende kleuren en kleurpatronen hebben. De bekendste en geliefdste kleur is echter al jarenlang effen blauw. De effen gekleurde komt o.a. voor in wit, zwart, blauw, rood, creme, chocolate en lilac. Ze behoren koper tot oranjekleurige ogen te hebben met uitzondering van de effen witte die ook twee blauwe ogen kan hebben of odd-eyed mag zijn. Er mag in de vacht van effen gekleurde katten geen witte haren of aftekeningen voorkomen, elke haar behoort van de haarpunt tot de wortel zo veel mogelijk dezelfde kleur te hebben. De Brit komt ook met Tabbypatronen, met wit, zilver en ook met Points.